Eeuwig licht.

Door Sandra Smets voor AMC Magazine

 

Het vreemdste was het licht dat nooit weg ging. Het kon Bas Ketelaars (1979) in de bossen gebeuren dat hij tijdens het mountainbiken ineens besefte dat het al voorbij middernacht was. Hij was al bijna drie maanden in Finland toen in september 2011 's nachts weer wat duisternis begon in te treden. Maar toen ging hij alweer terug naar Nederland, naar Rotterdam, om ook daar door te werken met zijn abstracte papieren plastieken. De artist-in-residency in Vaasa was goed voor hem geweest omdat hij er los van alles, in die eindeloos lange dagen als in een cocon had kunnen werken. De enige ontsnapping was de natuur, uitgestrekte bossen – geen parkachtige aanleg of flauwekul met bospaadjes, enkel ongereptheid.

 

Dat licht en die onherbergzaamheid kun je terugzien in zijn Finse bostekening die het AMC kocht. “Heb je gezien hoe het papier opbolt?” vraagt Ketelaars in het Rotterdamse café waar we praten over zijn werk. Afspreken in zijn atelier kon niet: Ketelaars vertrekt de volgende ochtend voor vier maanden opnieuw richting het noorden en heeft zijn woon- en werkplek uitgeruimd. Hier in Rotterdam maakte hij zijn Finse landschapstekeningen. “Die van het AMC was de eerste van vier. Daarin was ik veel aan het experimenteren, uitproberen, gummen, opnieuw proberen. Ik vind het mooi dat je die sporen ziet en dat het papier erdoor van de muur kwam te staan.”

 

Dat bevalt Ketelaars wel, alsof het toch een beetje die donkergrijze abstracte papiersculpturen zijn die hij voor deze landschappen even in de wachtstand heeft gezet. Die lijn had hij ingezet sinds hij in 2009 zijn kunstopleiding aan de Sint Lucas Hogeschool in Antwerpen afrondde. Misschien was het wel dat donkere palet, denkt Ketelaars, dat hij was uitgenodigd om naar Vaasa te komen. Meer aanknopingspunt had zijn werk niet met dat verlaten romantische landschap onder de arctische boomgrens.

 

De foto's die hij er tijdens zijn fietstochten maakte – honderden, duizenden, sd-kaarten vol – legde hij thuis in Rotterdam dan ook terzijde. Tot vorig jaar. Zonder directe aanleiding zette hij zijn computer aan om te ze te bekijken. Waarom nou net deze vier foto's hem aanspraken, kan hij moeilijk uitleggen. “Ze hadden een eenduidige compositie, er speelden geen andere verhalen in mee, ze hadden iets allesomvattends.” Vier foto's zou hij, om beurten, gaan projecteren op groot tekenvel van anderhalve meter hoogte, om vervolgens, beetje bij beetje, alle geprojecteerde vlekjes en takjes en lichtjes na te tekenen.

 

De tekening van het AMC heeft een ronde compositie: onderin mos en kreupelhout, aan weerszijden bomen, daartussen takjes, vlekjes, lichtjes die altijd de ruimte vulden in die eeuwig verlichte Finse bossen. Als landschapstekenaar – wat Ketelaars ineens geworden was – kun je in feite twee kanten uit. Je kunt je een groots en meeslepend panorama neerzetten waar mensen zich in willen verliezen. Of je kunt het houden bij lijn en vorm, de verleiding van de suggestie negerend. Als vanzelf deed Ketelaars, voorheen abstract werkend, dat laatste. Om het overzicht te vergeten ging hij dicht op de muur staan om enkel de contouren na te tekenen van alle twijgjes en vlekjes op de projectie. Hij deed dat laag over laag, eerst de contouren, dan strepen, eerst boven, dan onder, enzovoorts, bijna zoals fotografie of photoshop beeld opbouwt: filter over filter. Soms met liniaal, dan uit de losse hand, meestal in grafiet, heel soms houtskool, tekende hij een compositie uit vol lagen en delen met elk een ander leven, gevoel, identiteit.

 

Die bewerkelijke aanpak had nog een reden: de eeuwigheid van de Scandinavische natuur staat haaks op een snapshot. “De snelle afdruk van de foto wilde ik terugtekenen,” legt hij uit. “De momentopname ongedaan maken, het gevoel terugbrengen van je zo ver verwijderd voelen in die bossen aan de rand van Europa. Er moest traagheid in.” Streepje voor streepje werkend duwde hij tijd in de tekening maar ook de atmosfeer van die eeuwige zomerdagen en -nachten. Het zijn herinneringen aan de rand van Europa, waar je niet van je mountainbike moet vallen want niemand vindt je. Die onherbergzaamheid zit ook in de tekening: geen pittoresk doorzicht maar een grijze en hermetische natuur vol microscopisch leven dat zijn eigen weg gaat.

 

Hoewel het in Rotterdam 's avonds wel donker is, werkte hij er vooral dan aan, vanaf een uur of acht, tot voorbij middernacht, bij het onnatuurlijke licht van de projector. Drie maanden lang, bijna elke avond. Is zo'n intensieve aanpak heel zen of eerder juist frustrerend? Boosheid zit erin, geeft Ketelaars toe. “Maar uitgespreid in lagen, zodat kijkers het er niet meer aan afzien,” glimlacht hij. En nee, sneller kan echt niet. “Er was ook een tekening waarbij ik haast had. Het vlak moest vol. Een tekening in twee maanden maken, dat gaat dus niet. Daar ben ik niet tevreden over. Maar dat is een andere tekening. Niet deze.”

 

Intussen lijken woede of haast niet echt bij hem te passen, rustig als hij zit te praten met achter hem ergens zijn leeggeruimde appartement en atelier. De volgende ochtend zal hij voor een maand naar Litouwen vertrekken en aansluitend drie maanden in Finland verblijven – dat landschap zou een blijvertje kunnen zijn. Maar nee, een plan heeft hij niet. En bagage ook niet veel – papier kun je daar ook kopen. “Ik neem een paar potloden mee. Verder zie ik wel.”

Built with Berta.me